Retrofit: de toekomst van duurzaam bouwen

Panelgesprek Retrofit, Architect@Work
V.l.n.r.: Frederique Hermans, Hanne De Vos, Bertrand Lafontaine, Willem Hubrechts, Sara Vermeulen

Het energetisch verbeteren van bestaande gebouwen met hedendaagse systemen en technologieën heet Retrofit. Meteen ook het onderwerp van een panelgesprek op 30 mei tijdens Architect@Work in Brussel, georganiseerd door de Vlaamse Raad van de Orde van Architecten. Onder leiding van Bertrand Lafontaine, journalist en hoofdredacteur van Palindroom en Architectura, deelden experts zoals Willem Hubrechts (51N4E), Sara Vermeulen (Agentschap Onroerend Erfgoed), Hanne De Vos (B-architecten) en Frederique Hermans (a2o Architecten) hun inzichten. Sociale, ecologische en economische voordelen kwamen aan bod.

Door oude gebouwen te retrofitten, kunnen we hun levensduur verlengen en hun milieu-impact verlagen. Retrofit helpt om uitstoot te verlagen en energieverbruik te verminderen. Hoe kan je als architect het potentieel inschatten van bestaande constructies? Welke ingrepen leiden tot het beste resultaat?

Vier wat er al is

Retrofit is een recent begrip, eventueel te definiëren als het verlengen van de levensduur van een gebouw door aanpassingen te beperken tot wat echt nodig is. Kwestie van zo weinig mogelijk materiaalstromen voor nieuwbouw te creëren en te gebruiken wat er al is. “Als architect krijg je dan een hele nieuwe rol. Op een bestaand gebouw kan je niet meer de signatuur van je bureau zetten, maar moet je proberen te vieren wat er al is”, aldus Willem Hubrechts. Komt daarbij een discussie over waardevol en subjectiviteit. Het zal een uitdaging zijn om gebouwen die niet als waardevol worden gezien toch te behouden. Of zoals Frederique Hermans het zegt: “Waarde ligt niet alleen in schoonheid. Soms is ook de ruimte en generositeit van oude structuren erg waardevol.”

Draagvlak creëren

Met retrofit krijgt het beroep van architect een bijkomende invulling: het zoeken naar de juiste nieuwe match voor een bestaand gebouw. Commerciële of kantoorgebouwen kunnen een tweede leven krijgen met een woonfunctie, of bijvoorbeeld ook als school. Iets behouden is in veel gevallen de goedkoopste oplossing. Architecten moeten daarbij hun ruimtelijk denken activeren, schetsen maken en vooral mensen warm maken voor de bijgestuurde bestemming. Draagvlak creëren dus. Verbeelding mee vormgeven en in een heldere taal naar bewoners en gebruikers toe communiceren.

De mantra van circulair bouwen

Wat beleid en regelgeving betreft, wijst Willem Hubrechts op de problematiek van de huidige EPC-normen. “Die kunnen renovatie ontmoedigen doordat ze niet de hele levenscyclus van het gebouw in rekening brengen. Het maakt dat men constructies afbreekt en opnieuw bouwt met een extra dikke isolatielaag en met zonnepanelen op het dak. Zou zogezegd superduurzaam zijn. Maar in realiteit stoten we gigantische pieken kooldioxide uit, met als argument om net minder uit te stoten.”

“We kennen de mantra van circulair bouwen”, gaat Sara Vermeulen verder, “en dat gaat over het effectief slopen en goed recycleren van het afval en gewoon circulair ‘nieuw’ bouwen. Daar dreigen we dezelfde fout te maken als bij huishoudafval: de hele bouwsector organiseert zich om die afvalstromen te recycleren. Hoe meer afval er is, hoe beter de afvaleconomie draait. Terwijl we beter zouden hergebruiken wat er al staat.” Beleidswijzigingen die renovatie en hergebruik bevorderen en een btw-verlaging op renovatie in plaats van sloop en nieuwbouw zijn een must.

Van opleiding naar praktijk

Wat de opleidingen architectuur betreft, zijn we er nog niet. Er is behoefte aan meer focus op duurzaamheid en herbestemming. Hanne De Vos: “In mijn ervaring is er nood aan gezond boerenverstand. Vanuit de opleidingen wordt er nog altijd vrij zweverig naar bepaalde zaken gekeken. En dat staat in schril contrast met de reële noden. Het verwondert me vaak hoe weinig het thema duurzaamheid aan bod komt in alle opleidingen.” In de media associeert men retrofitting vaak met moeilijk, miserie, het duurt langer en het is duurder. Die perceptie valt te counteren met haalbaarheidsstudies op hergebruik. Zaak is het om daar een volwaardige opdracht van te maken, los van de (opleiding) architectuur. 

Mindshift & systeemverandering

Ook economische uitdagingen komen aan bod. Er zou een mindshift nodig zijn bij ontwikkelaars, om de ruimte als geheel te zien en te verkopen. Nu kijken ze vaak te eng en laten ze heel veel potentieel liggen. Ook de hoge grondprijzen in België worden als economisch uitdagend gezien. Retrofit kan een deel van de oplossing zijn om de wooncrisis in België op te lossen. “Lijken die nu uit de kast vallen, hebben we nodig om bij te leren”, besluit Sara Vermeulen. “Als het gaat over retrofitting en nieuwe technologie in gebouwen: er zijn heel veel low-tech oplossingen vanuit concept en ontwerp, maar ook technieken uit het verleden helpen ons vooruit.”

 “Ik wil ontwerpers uitnodigen om minder te designen”, vult Hanne De Vos nog aan. “Durf elementen en stukken van gebouwen als waardevol te beschouwen en jezelf daar in een andere rol te zetten als architect.” Dat lijkt Frederique Hermans tegen te spreken: “Al is mijn filosofie wel dezelfde. Ik wil architecten oproepen om in de eerste plaats ontwerpers te zijn. Wij zijn geen wetenschappers, politici of ingenieurs. Wij maken het verschil door creatief te zijn. Grijp retrofitting aan als creatieve incentive. Hoe gaan we dat gebouw nu net niet afbreken en er een beter gebouw van maken dan wanneer er een nieuwbouw zou verrijzen?” Stof tot nadenken.

Enkele cijfers:

  • 22 kantoorgebouwen van de FOD Financiën worden herbestemd over heel België
  • 94% van afgebroken gebouwen is commercieel vastgoed
  • 50% van de materiaalstromen in Europa is afkomstig van de bouwsector
  • 40% van de CO2-uitstoot is gerelateerd aan de bouwsector
  • 90% van de gebouwen die er over 50 jaar zullen staan, staat nu al

Dank aan Kevin Moens (Palindroom) voor het verslag.

Dank aan onze panelleden.

Dit panelgesprek werd georganiseerd door de Orde van Architecten-Vlaamse Raad.